In Ravels kamp heeft Natuurpunt een groot deel ontbost, dit om het oude glooiende heidelandschap te herstellen en waterinsijpeling mogelijk te maken. (zie een van de vorige posts). Dat men bomen gaat uitdoen omdat ze water verdampen is een aanval op het bestaan van bomen zelf.
Via een vriend kreeg ik een verantwoording van de acties van Natuurpunt. Dus:
Woord...
- Natuurpunt is een organisatie die als doel heeft voor
meer een betere natuur te zorgen. Hierbij wordt klimaatrobuuste natuur
belangrijk geacht, maar is geen doel op zich. Klimaatbeleid moet door de
overheid gevoerd worden. En die laat het een beetje na. Je kan
natuurpunt dus niet verwijten dat ze voor kwalitatieve natuur zorgen en
minder aandacht hebben voor milieu.
- Naast de klimaatcrisis is er een biodiversiteitscrisis
aan, de gang. Wetenschappers achten het gevaar voor het leven op aarde
groter door het verlies aan biodiversiteit groter dan het veranderende
klimaat. Anderzijds versterkt de klimaatverandering het
biodiversiteitsverlies. En vergroot ze zo onrechtstreeks ook de
biodiversiteitscrisis. Veel soorten verdwijnen aan een hoog tempo. Dat zet
een kettingreactie in gang die ertoe zal leiden dat onze
voedselvoorziening in gedrang komt, onze bossen afsterven, plagen komen,
...
- In 1992 werd Europees vastgelegd welke habitats we gingen
beschermen. Hierbij is biodiversiteit als uitgangspunt genomen. Elke lidstaat
kreeg een oppervlakte aan habitats die ze moesten beschermen en de daaraan
verbonden natuurdoelen. Voorbeelden van natuurdoelen zijn Natte Heide,
Eiken-berkenbos, droge heide, kalkmoeras, slikken en schorren, wandelend
duin, glanshaver graslanden, ....
-
Deze gebieden zijn per lidstaat ingedeeld op basis van de geschikte
bodemtypes en historisch voorkomende natuurtypes.
-
En voor Vlaanderen zijn dat weinig bossen. Dit betekent dat
natuurontwikkeling zich ook op de vastgelegde types toespitst en daar zijn
ook subsidies aan verbonden. Als natuurpunt dus heide aanlegt, krijgen ze
daar subsidie voor. Planten ze een dennenbos aan krijgen ze niks, om het
kort door de bocht te zeggen.
-
Maar aan die verschillende natuurtypes hangen heel wat soorten aan, zowel
fauna als flora. Deze soorten komen hier dan ook voor. Zo is de
soortenrijkdom op een heidelandschap vele malen groter dan in een bos. Maar
dat gaat over insecten, vlinders, kleinere soorten. Dus die zijn niet zo
zichtbaar. Maar die gebieden zijn wel veel belangrijker voor
biodiversiteit dan bos. Mensen zien graan een ree lopen, maar een ree
draagt veel minder bij tot biodiversiteit dan een mier of een wilde bij.
- Er werden in Vlaanderen de afgelopen jaren veel bossen
gekapt. Deels voor herstel van heide en duinlandschappen maar deels ook
voor verjongen van bossen en omvorming tot loofbossen. Dit gebeurt ook op
grote schaal in de hoge vijvers. De dennenbomen worden voor een groot
gedeelte gekapt. Niet allemaal want er zijn ook soorten die dennenbomen
nodig hebben. Door deze te kappen wordt er plaats gemaakt voor loofbomen.
Dit is eigenlijk natuurlijke successie. Een bos in onze streken evolueert
steeds naar een eiken berken bos. Door te kappen wordt dit proces
versneld. De kwaliteit van de bossen neemt ook toe door dat kappen en dat
uit zich in een toename van de bossoorten. Heel wat bosvogels doen het
beter dan 10 jaar geleden.
- Door Margaretha van Oostenrijk werden in de 18e eeuw veel
dennenbossen aangeplant. Nadeel van dennen is dat die heel het jaar door
naalden dragen en heel het jaar door fijn stof (gebonden aan stikstof) uit
de lucht halen. Door de hoge stikstofconcentratie in de lucht door
landbouw en verkeer zorgen deze dennenbomen ervoor dat de grond zo sterk
verzuurd dat bossen zichzelf doodgroeien.
- Vlaanderen is steeds een weinig beboste regio geweest.
Bossen zijn hier van nature weinig voorkomend. op de historische kaarten
bevinden de bossen zich op de voedselrijke gronden. Dit zijn de
afzetgebieden van rivieren en de leemgronden. Op de Ferrariskaarten bevinden
de bossen zich in Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en Oost-Westvlaanderen.
Omdat dit de interessante gronden waren zijn deze door de landbouw in
gebruik genomen en zijn de bossen in die streken verdwenen. De kempen is
traditioneel gekend voor een arme grond. Heide, vennen, duinen, moerassen
dat zijn de natuurtypes die hier voorkwamen. Omdat er na de veenwinningen
nood was aan andere verwarmingsbronnen zijn hier dennenbossen aangeplant
voor energie. Deze bomen werden op de armste gronden geplaatst. Deze gronden
waren ongeschikt voor landbouw.
- Wat ze in Ravels willen bereiken is het herstellen van
stuifduinen. Deze duinen vormen een kom waar hemelwater wordt opgevangen.
Dit hemelwater infiltreert en komt in de omgeving als kwelwater boven als
ven. Dit water is door de lange tijd tussen neerslag en bovenkomen als
kwel uitgezuiverd. Dit is dus nutriënt arm water. Hier gedijen de soorten
die op arme gronden groeien. Dit zijn de planten die echt in de kempen
thuishoren. Deze planten en de insecten die ze aantrekken zijn ondertussen
zo zeldzaam geworden dat ze rode lijstsoorten geworden zijn. Deze ingreep
is dus heel belangrijk in het kader van het behoud dan deze zeldzame
soorten. Door het kwel water wordt natte natuur gecreëerd. Natte natuur is
een natuurtype dat zorgt voor een hoge captatie van CO2. Dus op dat vlak
draagt dat inderdaad bij aan het klimaat.
- Door water te laten infiltreren en hierdoor een hogere waterstand te creëren zorg je voor een milderende werking op opwarming. Als de zon instraalt op de aarde gaat de eerste energie van de zon naar het verdampen van grondwater. Enerzijds gebeurt dat door de planten die via evapotranspiratie water verdampen. Anderzijds is dat door verdampen van bodemwater. Verdampen van water heeft een koelende werking. Dus deze mechanismen temperen in de zomer de hoge temperaturen. Hoe hoger de grondwaterstand, hoe meer water verdampt kan worden en hoe langer hitte kan tegen gehouden worden. Eenmaal het bodemwater verdampt is wordt alle zonne-energie omgezet in warmte die uitstraalt naar de omgeving. Zeker de zandgrond in de kempen warmt snel op. Dus een hogere grondwaterstand zorgt voor een langer koeleffect. In dat kader zijn de maatregelen van natuurpunt inderdaad effectief om hitte te bestrijden.
Alhoewel de argumentatie goed is opgebouwd ben ik het op een aantal punten toch fundamenteel oneens. Dus..
Wederwoord
- Bomen zuiveren CO2 (een volwassen boom tot 24g per jaar) en
stikstof uit de lucht; 16 keer meer fijn
stof dan lage vegetatie. Dat de bomen deze stoffen in de bodem opslaan wordt nu
als argument tegen hen gebruikt, maar we mogen blij zijn dat ze uit de lucht
worden gehaald. Het verschil met heide is dat heide minder efficiënt is op deze
vlakken en dat de stoffen in de bodem worden opgeslagen. Men moet de oorzaken
aanpakken (verkeer, industriële landbouw enz) in plaats van de wezens te
vernietigen die ons helpen om de gevolgen van onze vervuiling te beperken.
- Naaldbomen zijn nog effectiever dan loofbomen, omdat de
naalden het hele jaar door blijven staan, en dus aan fotosynthese kunnen doen.
Bovendien desinfecteren naaldbomen de lucht.
Dennenbomen zijn goed bestand tegen droogte en gedijen op schrale
gronden die hier voorkomen – dus bomen voor de toekomst, terwijl ze juist
massaal werden gerooid. Ook dennenbossen kennen hun flora (zwammen, mossen enz)
en hun fauna (kevers, vogels: oa havik, zwarte mees…) Als men de bossen rooit
verdwijnt daarmee een stuk van hun leefgebied.
- Veel exoten groeien snel, zijn daardoor nog efficiënter in
luchtzuivering.
- Bossen verdampen een deel van het water, maar zorgen ook
voor een geleidelijke insijpeling van het water. Bovendien kan het in bossen
tot 6 graden koeler zijn dan erbuiten en geven een zalige schaduw aan mens en
dier. Ze helpen dus tegen de klimaatopwarming. Daarnaast fixeren ze de bodem
tegen erosie enz. en zijn ze een biotoop: een leefgebied voor dier en plant,
misschien niet zo zeldzaam als wat op de hei leeft, maar ze hebben ook recht op
een leefgebied.
- Om de waterstanden te verhogen zijn andere maatregelen nodig
dan ontbossing: het plaatsen van stuwtjes op grachten en beken om het water te
laten insijpelen in de omliggende gronden, het verbieden van verdere bebouwing
en verharding, het beperken van oppompen voor landbouw en veeteelt, enz. Door
hiervoor ontbossing te gebruiken raakt men het bestaan van bomen op zich en
dempt men een put (tekort aan water) met iets wat voor ons van levensbelang is
(zuivere lucht). Met elke gerooide boom gooit men telkens een complexe machine
weg, die we zomaar gratis hebben gekregen, die ons zuivere lucht bezorgt.
- Bij Natuurpunt en ANB stelt men telkens één eigenschap van
bomen (exoot, waterverdamping, bodemverzuring, niet bestemd tegen de zon…) in
een negatief daglicht om een argument te hebben om te rooien. Men vergeet dan de
andere positieve eigenschappen, men vergeet te kijken naar de algemene balans.
Het toppunt is het rooien van honderdjarige beuken in relatief goede staat
omdat ze zogezegd niet opgewassen zijn tegen de klimaatverandering en vervangen
worden door bomen die er beter tegen bestand zijn.
- Als ik deze redenering doortrek, zoals zo vaak tegen bomen
wordt gebruikt: honden plassen tegen bomen, daardoor verzuurt de grond errond
wat slecht is voor de bomen: dus laten we alle honden maar afmaken… en vergeten
dat het levende wezens zijn, die zoveel plezier kunnen verschaffen aan hun
omgeving. Neen, dit is te extreem… de mannetjeshonden heffen meer hun poot
tegen de boom, dus laat ons enkel de reuen afmaken. In plaats van zich te richten op het beperken van de oorzaken
en hier politiek zijn stem te laten horen, richt men zich tegen datgene wat de
gevolgen voor ons proberen in te perken.
- In een land waar, zoals je zelf zegt, er heel weinig bossen
zijn, en waar extreme bevolkingsdichtheid, industrialisatie en mobiliteit
heersen, moeten we extra spaarzaam zijn op de weinig bossen die er zijn. En dan
doet het pijn dat natuurbeheer hier blijkbaar gelijk staat aan ontbossing. En
het argument van het heraanplanten geldt maar beperkt: vroeger zei Natuurpunt
zelfs dat ze niet moesten heraanplanten, nu doet men het… maar om hetzelfde
effect te hebben moet er veel meer heraangeplant worden (volwassen bomen hebben
veel meer zuiveringseffect, veel van de aanplant gaat nog verloren enz…)
- En wat krijgen we in de plaats? Heide??? Ik zie veel meer
maanlandschappen, gedomineerd door pijpenstrootje en mossen, met hier en daar
een plukje heide ertussen. Niet te vergeten: heide is geen natuur, is cultuur:
enkel tot stand gekomen door tientallen – honderden jaren extreme uitputting
van de bodem en heel moeilijk in stand te houden (zoals de natuurbeheerders
kunnen beamen).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten