donderdag 25 maart 2021

Wild (zogezegd) beschermen met drones

Het Agentschap Natuur en Bos, het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek en de Hubertus Vereniging Vlaanderen gaan drones inzetten om aan wildbeheer te doen en om maaislachtoffers te vermijden. Met drones wordt gekeken waar wilde dieren zoals hazen en patrijzen zitten. Zo kan men voorkomen dat ze onder de machines belanden. (bron)  

Op het eerste gezicht mooi initatief

Maar

Initiatief vanuit Hubertusvereniging: de jachtvereniging. Met andere woorden: we gaan patrijzennesten hazen en ander wild redden om ze later te kunnen afschieten. Resultaat voor de dieren is iets verschillend, maar fundamenteel hetzelfde: dood. Het zou mooi zijn dat ANB en Natuurpunt het initiatief nam, met het doel de bescherming van de weidevogels, niet met het oog op het bevorderen van de jacht.

Dit is hetzelfde dan de maatregel om honden niet los te laten in natuurgebieden. De meeste honden doen absoluut geen kwaad. Maar dan komt men met de enkele uitzonderingen: een ree die achtervolgd is en doodgebeten is door een hond; een reekalfje dat niet meer wordt verzorgd door haar moeder door de verstoring. Men geeft dan wel toestemming aan de jagers om de reeën af te schieten, zogezegd omdat ze jonge aanplant van boompjes opvreten.  Boompjes die werden aangeplant, omdat men enkele meters verder het zoveelste bos heeft afgezaagd....


maandag 15 maart 2021

Ravels kamp: vervolg: woord en wederwoord

In Ravels kamp heeft Natuurpunt een groot deel ontbost, dit om het oude glooiende heidelandschap te herstellen en waterinsijpeling mogelijk te maken.  (zie een van de vorige posts). Dat men bomen gaat uitdoen omdat ze water verdampen is een aanval op het bestaan van bomen zelf. 

Via een vriend kreeg ik een verantwoording van de acties van Natuurpunt. Dus: 

Woord...

  1. Natuurpunt is een organisatie die als doel heeft voor meer een betere natuur te zorgen. Hierbij wordt klimaatrobuuste natuur belangrijk geacht, maar is geen doel op zich. Klimaatbeleid moet door de overheid gevoerd worden. En die laat het een  beetje na. Je kan natuurpunt dus niet verwijten dat ze voor kwalitatieve natuur zorgen en minder aandacht hebben voor milieu.

  2. Naast de klimaatcrisis is er een biodiversiteitscrisis aan, de gang. Wetenschappers achten het gevaar voor het leven op aarde groter door het verlies aan biodiversiteit groter dan het veranderende klimaat. Anderzijds versterkt de klimaatverandering het biodiversiteitsverlies. En vergroot ze zo onrechtstreeks ook de biodiversiteitscrisis. Veel soorten verdwijnen aan een hoog tempo. Dat zet een kettingreactie in gang die ertoe zal leiden dat onze voedselvoorziening in gedrang komt, onze bossen afsterven, plagen komen, ...

  3. In 1992 werd Europees vastgelegd welke habitats we gingen beschermen. Hierbij is biodiversiteit als uitgangspunt genomen. Elke lidstaat kreeg een oppervlakte aan habitats die ze moesten beschermen en de daaraan verbonden natuurdoelen. Voorbeelden van natuurdoelen zijn Natte Heide, Eiken-berkenbos, droge heide, kalkmoeras, slikken en schorren, wandelend duin, glanshaver graslanden, ....

  4. Deze gebieden zijn per lidstaat ingedeeld op basis van de geschikte bodemtypes en historisch voorkomende natuurtypes.

  5. En voor Vlaanderen zijn dat weinig bossen. Dit betekent dat natuurontwikkeling zich ook op de vastgelegde types toespitst en daar zijn ook subsidies aan verbonden. Als natuurpunt dus heide aanlegt, krijgen ze daar subsidie voor. Planten ze een dennenbos aan krijgen ze niks, om het kort door de bocht te zeggen.

  6. Maar aan die verschillende natuurtypes hangen heel wat soorten aan, zowel fauna als flora. Deze soorten komen hier dan ook voor. Zo is de soortenrijkdom op een heidelandschap vele malen groter dan in een bos. Maar dat gaat over insecten, vlinders, kleinere soorten. Dus die zijn niet zo zichtbaar. Maar die gebieden zijn wel veel belangrijker voor biodiversiteit dan bos. Mensen zien graan een ree lopen, maar een ree draagt veel minder bij tot biodiversiteit dan een mier of een wilde bij.

  7. Er werden in Vlaanderen de afgelopen jaren veel bossen gekapt. Deels voor herstel van heide en duinlandschappen maar deels ook voor verjongen van bossen en omvorming tot loofbossen. Dit gebeurt ook op grote schaal in de hoge vijvers. De dennenbomen worden voor een groot gedeelte gekapt. Niet allemaal want er zijn ook soorten die dennenbomen nodig hebben. Door deze te kappen wordt er plaats gemaakt voor loofbomen. Dit is eigenlijk natuurlijke successie. Een bos in onze streken evolueert steeds naar een eiken berken bos. Door te kappen wordt dit proces versneld. De kwaliteit van de bossen neemt ook toe door dat kappen en dat uit zich in een toename van de bossoorten. Heel wat bosvogels doen het beter dan 10 jaar geleden.

  8. Door Margaretha van Oostenrijk werden in de 18e eeuw veel dennenbossen aangeplant. Nadeel van dennen is dat die heel het jaar door naalden dragen en heel het jaar door fijn stof (gebonden aan stikstof) uit de lucht halen. Door de hoge stikstofconcentratie in de lucht door landbouw en verkeer zorgen deze dennenbomen ervoor dat de grond zo sterk verzuurd dat bossen zichzelf doodgroeien.

  9. Vlaanderen is steeds een weinig beboste regio geweest. Bossen zijn hier van nature weinig voorkomend. op de historische kaarten bevinden de bossen zich op de voedselrijke gronden. Dit zijn de afzetgebieden van rivieren en de leemgronden. Op de Ferrariskaarten bevinden de bossen zich in Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en Oost-Westvlaanderen. Omdat dit de interessante gronden waren zijn deze door de landbouw in gebruik genomen en zijn de bossen in die streken verdwenen. De kempen is traditioneel gekend voor een arme grond. Heide, vennen, duinen, moerassen dat zijn de natuurtypes die hier voorkwamen. Omdat er na de veenwinningen nood was aan andere verwarmingsbronnen zijn hier dennenbossen aangeplant voor energie. Deze bomen werden op de armste gronden geplaatst. Deze gronden waren ongeschikt voor landbouw.

  10. Wat ze in Ravels willen bereiken is het herstellen van stuifduinen. Deze duinen vormen een kom waar hemelwater wordt opgevangen. Dit hemelwater infiltreert en komt in de omgeving als kwelwater boven als ven. Dit water is door de lange tijd tussen neerslag en bovenkomen als kwel uitgezuiverd. Dit is dus nutriënt arm water. Hier gedijen de soorten die op arme gronden groeien. Dit zijn de planten die echt in de kempen thuishoren. Deze planten en de insecten die ze aantrekken zijn ondertussen zo zeldzaam geworden dat ze rode lijstsoorten geworden zijn. Deze ingreep is dus heel belangrijk in het kader van het behoud dan deze zeldzame soorten. Door het kwel water wordt natte natuur gecreëerd. Natte natuur is een natuurtype dat zorgt voor een hoge captatie van CO2. Dus op dat vlak draagt dat inderdaad bij aan het klimaat.

  11. Door water te laten infiltreren en hierdoor een hogere waterstand te creëren zorg je voor een milderende werking op opwarming. Als de zon instraalt op de aarde gaat de eerste energie van de zon naar het verdampen van grondwater. Enerzijds gebeurt dat door de planten die via evapotranspiratie water verdampen. Anderzijds is dat door verdampen van bodemwater. Verdampen van water heeft een koelende werking. Dus deze mechanismen temperen in de zomer de hoge temperaturen. Hoe hoger de grondwaterstand, hoe meer water verdampt kan worden en hoe langer hitte kan tegen gehouden worden. Eenmaal het bodemwater verdampt is wordt alle zonne-energie omgezet in warmte die uitstraalt naar de omgeving. Zeker de zandgrond in de kempen warmt snel op. Dus een hogere grondwaterstand zorgt voor een langer koeleffect. In dat kader zijn de maatregelen van natuurpunt inderdaad effectief om hitte te bestrijden. 

Alhoewel de argumentatie goed is opgebouwd ben ik het op een aantal punten toch fundamenteel oneens. Dus..

Wederwoord

  1. Bomen zuiveren CO2 (een volwassen boom tot 24g per jaar) en stikstof  uit de lucht; 16 keer meer fijn stof dan lage vegetatie. Dat de bomen deze stoffen in de bodem opslaan wordt nu als argument tegen hen gebruikt, maar we mogen blij zijn dat ze uit de lucht worden gehaald. Het verschil met heide is dat heide minder efficiënt is op deze vlakken en dat de stoffen in de bodem worden opgeslagen. Men moet de oorzaken aanpakken (verkeer, industriële landbouw enz) in plaats van de wezens te vernietigen die ons helpen om de gevolgen van onze vervuiling te beperken.

  2. Naaldbomen zijn nog effectiever dan loofbomen, omdat de naalden het hele jaar door blijven staan, en dus aan fotosynthese kunnen doen. Bovendien desinfecteren naaldbomen de lucht.  Dennenbomen zijn goed bestand tegen droogte en gedijen op schrale gronden die hier voorkomen – dus bomen voor de toekomst, terwijl ze juist massaal werden gerooid. Ook dennenbossen kennen hun flora (zwammen, mossen enz) en hun fauna (kevers, vogels: oa havik, zwarte mees…) Als men de bossen rooit verdwijnt daarmee een stuk van hun leefgebied.

  3. Veel exoten groeien snel, zijn daardoor nog efficiënter in luchtzuivering.

  4. Bossen verdampen een deel van het water, maar zorgen ook voor een geleidelijke insijpeling van het water. Bovendien kan het in bossen tot 6 graden koeler zijn dan erbuiten en geven een zalige schaduw aan mens en dier. Ze helpen dus tegen de klimaatopwarming. Daarnaast fixeren ze de bodem tegen erosie enz. en zijn ze een biotoop: een leefgebied voor dier en plant, misschien niet zo zeldzaam als wat op de hei leeft, maar ze hebben ook recht op een leefgebied.

  5. Om de waterstanden te verhogen zijn andere maatregelen nodig dan ontbossing: het plaatsen van stuwtjes op grachten en beken om het water te laten insijpelen in de omliggende gronden, het verbieden van verdere bebouwing en verharding, het beperken van oppompen voor landbouw en veeteelt, enz. Door hiervoor ontbossing te gebruiken raakt men het bestaan van bomen op zich en dempt men een put (tekort aan water) met iets wat voor ons van levensbelang is (zuivere lucht). Met elke gerooide boom gooit men telkens een complexe machine weg, die we zomaar gratis hebben gekregen, die ons zuivere lucht bezorgt.

  6. Bij Natuurpunt en ANB stelt men telkens één eigenschap van bomen (exoot, waterverdamping, bodemverzuring, niet bestemd tegen de zon…) in een negatief daglicht om een argument te hebben om te rooien. Men vergeet dan de andere positieve eigenschappen, men vergeet te kijken naar de algemene balans. Het toppunt is het rooien van honderdjarige beuken in relatief goede staat omdat ze zogezegd niet opgewassen zijn tegen de klimaatverandering en vervangen worden door bomen die er beter tegen bestand zijn.

  7. Als ik deze redenering doortrek, zoals zo vaak tegen bomen wordt gebruikt: honden plassen tegen bomen, daardoor verzuurt de grond errond wat slecht is voor de bomen: dus laten we alle honden maar afmaken… en vergeten dat het levende wezens zijn, die zoveel plezier kunnen verschaffen aan hun omgeving. Neen, dit is te extreem… de mannetjeshonden heffen meer hun poot tegen de boom, dus laat ons enkel de reuen afmaken. In plaats van zich te richten op het beperken van de oorzaken en hier politiek zijn stem te laten horen, richt men zich tegen datgene wat de gevolgen voor ons proberen in te perken.

  8. In een land waar, zoals je zelf zegt, er heel weinig bossen zijn, en waar extreme bevolkingsdichtheid, industrialisatie en mobiliteit heersen, moeten we extra spaarzaam zijn op de weinig bossen die er zijn. En dan doet het pijn dat natuurbeheer hier blijkbaar gelijk staat aan ontbossing. En het argument van het heraanplanten geldt maar beperkt: vroeger zei Natuurpunt zelfs dat ze niet moesten heraanplanten, nu doet men het… maar om hetzelfde effect te hebben moet er veel meer heraangeplant worden (volwassen bomen hebben veel meer zuiveringseffect, veel van de aanplant gaat nog verloren enz…)

  9. En wat krijgen we in de plaats? Heide??? Ik zie veel meer maanlandschappen, gedomineerd door pijpenstrootje en mossen, met hier en daar een plukje heide ertussen. Niet te vergeten: heide is geen natuur, is cultuur: enkel tot stand gekomen door tientallen – honderden jaren extreme uitputting van de bodem en heel moeilijk in stand te houden (zoals de natuurbeheerders kunnen beamen).